Hoe kunnen we helpen?
Persoonlijkheidsstoornissen
Persoonlijkheidsstoornissen
Persoonlijkheid
Mensen worden op een bepaalde manier, met bepaalde karaktereigenschappen geboren. Dit heet wel karakter, of persoonlijkheid.
In de persoonlijkheidspsychologie worden wel 5 (of soms 6) basis eigenschappen genoemd, die ongeveer het volgende betekenen:
Neuroticisme: Angst, Ergernis, Depressie, Schaamte, Impulsiviteit en Kwetsbaarheid.
Extraversie: Hartelijkheid, Sociabiliteit, Dominantie, Energie, Avonturisme en Vrolijkheid.
Openheid voor: Fantasie, Esthetiek, Gevoelens, Veranderingen, Ideeën en Waarden.
Altruïsme: Vertrouwen, Oprechtheid, Zorgzaamheid, Inschikkelijkheid, Bescheidenheid en Medeleven.
Consciëntieusheid: Doelmatigheid, Ordelijkheid, Betrouwbaarheid, Ambitie, Zelfdiscipline en Bedachtzaamheid.
(bron: NEO-PI-R)
Mensen scoren hoger of lager hierop en deze scores zijn relatief stabiel door de tijd. Het zijn dus eigenschappen die niet heel sterk veranderen gedurende je leven.
Stoornis
Sommige mensen maken nare ervaringen mee in de loop van hun jonge leven, waardoor hun ontwikkeling anders verloopt dan bij de meeste andere kinderen. Als daar ook nog eens door de omgeving niet juist op wordt gereageerd kan deze ontwikkeling op latere leeftijd leiden tot niet-handig of niet-functioneel gedrag (doen, denken). Er is sprake van een persoonlijkheidsstoornis als iemand op meerdere terreinen op meedere momenten in zijn leven gehinderd wordt door zijn manieren van doen. Het gaat dan vaak mis op het gebied van relaties, van werk of studie en financieën.
Persoonlijkheidsstoornissen worden wel relatie- of interactie stoornissen genoemd, omdat vaak de omgeving er veel (en soms meer) van merkt dan de persoon zelf. Zoals bijvoorbeeld bij narcistische of antisociale persoonlijkheidsstoornissen.
Er kunnen verschillende soorten persoonlijkheidsstoornissen onderscheiden worden en voor elk van deze stoornissen kan een andere behandeling nodig zijn. De termen en indeling in soorten stoornissen is sinds kort veranderd met de invoering van de DSM 5 (zie hier).
Naast stoornissen, waarin je aan een beschreven aantal kenmerken moet voldoen, zijn er mensen die enkele kenmerken (trekken) hebben en niet ernstig in de problemen komen. En er zijn mensen die een mix van niet-helpende persoonlijkheids eigenschappen hebben zonder dat ze in één stoornis vallen. We hebben het dan over een persoonlijkheidsstoornis Niet Anders Omschreven (NAO).
Oude indeling (DSM IV)
Omdat u deze termen op internet of in informatie terug kunt zien geven we een korte samenvatting van wat we doen bij de volgende soorten persoonlijkheidsstoornissen:
paranoïde persoonlijkheidsstoornis
Soms is medicatie helpend om de psychotische belevingen minder heftig te maken. In gesprekstherapie houdt de behandelaar de emotie en spanning laag. Anders wordt de achterdocht
te groot en houdt de patiënt het niet vol. Bemoediging en steun kunnen helpen. Soms kan CGT gedaan worden om de paranoïde gedachten te verminderen. Stressvermindering aan de hand
van een signaleringsplan kan helpen.
schizoïde persoonlijkheidsstoornis
Behandeling van deze groep mensen is erg lastig. Voor deze mensen zijn andere mensen ingewikkeld en bedreigend en ze blijven het liefst zo ver mogelijk van anderen vandaan. Deze mensen komen meestal binnen het FACT team in zorg,
schizotypische persoonlijkheidsstoornis
Contact is ietsje gemakkelijker. De psychotische belevingen kunnen met medicatie of specifieke CGT worden verminderd. De angstklachten kunnen worden verminderd met exposure.
antisociale persoonlijkheidsstoornis
Komen bij ons niet in behandeling, worden soms binnen de forensische zorg behandeld. Soms zijn er wel antisociale trekken in iemand’s persoonlijkheid, waarmee we binnen MBT kaders soms kunnen werken aan een ‘extern geweten’.
borderline persoonlijkheidsstoornis
BPS is een containerbegrip voor emotieregulatie problemen die er heel verschillend uit kunnen zien. Afhankelijk van de ‘soort’ borderline problematiek gebruiken we inzichten uit de MBT, SGT, DGT of VERS. Groepsbehandeling elders is soms verstandig.
theatrale persoonlijkheidsstoornis
Weinig gestelde diagnose, sterke overlap met narcistische problematiek, waarbij andere vormen van aandacht vragen voorop staan (in traditionele terminologie ‘hysterische’). Net als bij narcisme is het onderliggende zelfbeeld punt van aandacht. SFT en KDP kunnen helpend zijn.
narcistische persoonlijkheidsstoornis
Vaak verkeerd begrepen problemen, waarbij een zeer laag zelfbeeld wordt overdekt door soms extreme geconstrueerde zelfwaardering (Vals Zelf). Vaak is sprake van een onderliggende depressie, die gedurende de therapie voelbaar wordt. Vormen van interpersoonlijke therapie (KDP, cliëntgerichte therapie) hebben onze voorkeur.
ontwijkende persoonlijkheidsstoornis
Kenmerk van deze stoornis is vermijding van gebeurtenissen die spannend zijn. Eng, emotioneel, bedreigend, onbekend. Mensen voelen zich onzeker, geremd, soms beperkt. Angst staat voorop, dus stapsgewijze blootstelling (exposure) is ook hier van belang, maar wel op een goede manier. We gebruiken vaak schematherapie om hiermee aan de slag te gaan.
afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
De benadering is vergelijkbaar met die bij een ontwijkende stoornis (er is veel overlap). Naast schematherapie is soms zelfbeeldtraining zinvol, om de onzekerheid te verminderen. Het is vaak nuttig met de omgeving samen te werken om de patronen met anderen te kunnen doorbreken.
obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis
Deze mensen hebben vaste overtuigingen over hoe dingen horen en moeten en kunnen er slecht tegen als het niet zo verloopt. Hoge eisen aan zichzelf en anderen, maar ook veel frustratie omdat de wereld er niet altijd zo over denkt. Ook bij deze stoornis zetten we schematherapie in om te leren verdragen dat het lang niet altijd verloopt als ‘hoort’. Ontspannings- of afleidingstechnieken zijn daarin vaak helpend.
Bij bovenstaande problemen speelt de eigen ontwikkeling vaak een grote rol. We gebruiken ook technieken uit de systeemtherapie om hierop in te grijpen (zoals genogrammen) om de oorsprong
van patronen en boodschappen te herkennen.